10 Toes of the World

april 7, 2009

Een tip voor Wilders

Iraanse moslimfundamentalisten hielden dr. Daniel Shayesteh drie maanden gevangen op het toilet en martelden hem met ijskoud en heet water. De evangelist heeft geen film nodig om overtuigd te raken van het gewelddadige karakter van de islam. „Meneer Wilders, verlos jezelf eerst van de afhankelijkheid van de Arabische olie.”

Daniel Shayesteh

Daniel Shayesteh

„De folteringen waren vreselijk”, zegt dr. Shayesteh in de gerieflijke kamer van zijn tijdelijke verblijf in Aalsmeer. „Veel erger dan die drie maanden op het toilet.” Niet lang voor de Iraanse Revolutie in 1979 besluit hij de politiek in te gaan. Iraniërs hebben, onder het bewind van de pro-westerse sjah, nog de keuze om meer of minder religieus te zijn. Shayesteh kiest voor een radicale koers omdat hij de koning wil verdrijven.

Met de sjah verdwijnt echter ook de vrijheid. Rivaliserende islamitische politici doden elkaar. Shayesteh wordt een bedreiging voor de partij van machthebber ayatollah Khomeini en komt in de gevangenis terecht. „Ik smeekte de bewakers me te doden, maar ze luisterden niet. Ze ’doodden’ me steeds opnieuw, verschillende keren per dag. Voor hen was ik geen moslim meer en dus een slaaf.”

Volgens de evangelist gebruikten de bewakers vrouwelijke gevangenen als seksslavinnen. Medegevangenen van Shayesteh overlijden. Hijzelf komt vrij dankzij de invloed van hooggeplaatste vrienden, hoewel hij ter dood veroordeeld was en nog maar twee weken had mogen leven. „Alles gebeurde volstrekt willekeurig. Je kon gedood of vrijgelaten worden zonder reden.”

De Iraniër vlucht naar Turkije en doet zaken in Istanbul, tot een landgenoot er met zijn geld vandoor gaat naar Duitsland. Wanhopig zoekt Shayesteh contact met christenen. „Alleen om het geld terug te krijgen”, zegt hij veelbetekenend. „Mijn handelspartner was weliswaar moslim, maar hij kwam soms voor zaken in een kerk.”

De leden van deze gemeente proberen hem te helpen en beloven contact te zoeken met vrienden in Duitsland. Shayesteh: „Ik was erg verbaasd over hun vriendelijkheid. Een moslim krijgt ingeprent dat christenen slecht zijn. Maar ook hun krachtige boodschap trof me. De christenen vertelden me dat God hen had gered en verlost.”

Aardbeving

Kort daarna krijgt hij een droom. „Ik bevond me in het huis van mijn vader toen een aardbeving de plek trof. Alles schokte en trilde, mensen schreeuwden, mensen stierven. „God, help me”, bad ik. Daarna zag ik Jezus, als een Licht. Hij zei: „Kom uit het huis van je vader. Ik zal je helpen.” Nadat ik het huis was uitgevlucht, stortte het in. De eerstvolgende zondag luisterde ik in de kerk naar een preek met de titel: ”Het huis op de Rots Jezus”. De predikant verwoordde precies wat ik in mijn droom had gezien. „Kom uit het huis van je vader en zoek je toevlucht bij Jezus.” Droom ik? vroeg ik me af.”

God is een persoonlijk God, ontdekt Shayesteh tijdens het lezen van de Bijbel. „Hij maakt zich openbaar. Ik werd geraakt door de onvoorwaardelijke liefde van Jezus Christus, Die daardoor vrede en verzoening brengt.”

Ook de tegenstellingen tussen de Bijbel en de Koran schokten hem. De Iraanse evangelist zet zijn woorden met gebaren kracht bij. „De redding is realiteit hier op aarde. Ik zou tegen moslims willen zeggen: Als Allah je hier niet redt, doet hij dat na dit leven ook niet. Hij is geen liefhebbend god.”

Doordringend: „Dát opende mijn ogen. De God van de Bijbel en Allah zijn verschillend. Wil je een heilige God volgen of een god die de zonde creëert, zoals de Koran over Allah zegt?”

De verhouding met zijn vrouw, een toegewijd moslima, verandert. „Ik ging haar liefhebben zoals God dat wil. De Koran zegt: sluit je vrouw op in haar kamer tot ze doodgaat. Sla haar, ze is je eigendom. Een moslim houdt van zijn vrouw als van een mobiele telefoon.”

Ook Shayestehs vrouw wordt na een droom christen. „Moslims krijgen een droom van God omdat ze geen Bijbel bezitten en omdat ze in dromen geloven”, verklaart Shayesteh. „Daardoor kan God een droom gebruiken als een kanaal om een boodschap door te geven. Ik ken zeventien Iraanse familieleden die in één nacht dezelfde droom kregen.”

De evangelist krijgt nog steeds, „van tijd tot tijd”, dromen van God. „Dat weet ik omdat ze in lijn zijn met de Bijbel en God verheerlijken.”

Fitna

Geert Wilders-Fitna

De evangelist en directeur van de Australische interkerkelijke organisatie ”Exodus from darkness” vertelt zijn levensverhaal net voordat PVV-leider Wilders zijn lang aangekondigde film ”Fitna” uitbrengt. Geruchten over boze moslims en dreigende aanslagen zingen rond. „Kritiek uiten op de islam vind ik prima”, zegt Shayesteh. „Dat daagt moslims uit om na te denken over de waarheid. Bovendien zou ik anders tegen vrijheid van meningsuiting en democratie zijn. Ook voor God mogen we ons uitspreken. Niet voor Allah, dan wordt je de keel doorgesneden.”

Shayesteh haalt met een vlug gebaar zijn wijsvinger langs zijn hals. „Als de film echter aanzet tot haat, draagt hij bij aan het probleem.”

Hij gaat verzitten. „Wat ik tegen meneer Wilders zou willen zeggen is: Verlos je land van de afhankelijkheid van olie, van Saudi-Arabië. Die afhankelijkheid maakt de politiek passief ten aanzien van de islam. Nederlandse politici schromen niet om te vloeken, maar moslims willen ze niet tegen zich in het harnas jagen, omwille van de economie. De beste manier om Nederland te beschermen is veel van Jezus houden. Hij zette niemand het land uit maar gaf Zijn leven om harten te veranderen. Zijn waarheden zijn uniek, ook op politiek, sociaal, ethisch en moreel gebied.”

Christenen moeten in het gesprek met moslims overtuigd zijn van die superioriteit, vindt Shayesteh, die twee boeken schreef over de verschillen tussen de islam en het christendom. „Om daarmee hun hart te raken.”

Dat kan volgens de evangelist het beste in een vriendschappelijke relatie. „Stel hen twee goden voor: een god die de zonde bedenkt en de God van de vrijheid. Als moslims antwoorden naar hun geweten, zeggen ze: De God van de vrijheid is mijn God.”

Bron: RD – Reformatorisch Dagblad

maart 18, 2009

Katholicisme en Islam – vaste banden

Door:  Tom McMahon
Executive Director ‘The Berean Call’ – www.thebereancall.org – november 2002
Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling 1977. Vertaling en voetnoten door M.V.

paus_benedictus

Paus Benedictus XVI

De titel hierboven werd het voorwerp van controverse wanneer ik die gebruikte bij een toespraak op een recente profetieconferentie. Wat ik aan die commotie raar vond was dat ze kwam van katholieken (en enkele evangelischen) die mijn spreekbeurt hadden gehoord. Bovendien weerspiegelt de titel de hoop en gebeden van de “Pontifical Council for Interreligious Dialogue”. Rome bebouwt al decennialang deze “gemeenschappelijke grond” met de Islam, zoals bewezen wordt door de in 1994 verschenen Vaticaanse publicatie: “Recognize the Spiritual Bonds Which Unite Us: 16 Years of Christian-Muslim Dialogue”. Waarom dan zou iedereen van streek geraken door mijn gewone herhaling
van wat de Rooms-katholieke kerk toch zo erg verlangt?

Eigenlijk stamt de echte controverse uit de verwarring die gecreëerd wordt door Rome zelf. In haar ijver om de geestelijke stem van de wereldreligies te zijn praat ze met de twee kanten van haar oecumenische mond. Gezien haar geflirt met de Islam zoekt ze niet enkel theologische toenaderingen die de christelijke orthodoxie tegenspreken, maar zelfs erger: er zijn banden gesmeed tussen de twee religies die veel dieper gaan dan de meeste mensen zich realiseren. Laten we eerst eens enkele gemeenschappelijkheden beschouwen tussen de twee geloven.

Laten we beginnen met het aantal aanhangers: het Katholicisme en de Islam hebben er elk meer dan een miljard. Bijna allen treden als zuigelingen toe tot hun respectievelijke geloven. Elk jaar worden er meer dat 16 miljoen tot het katholieke geloof gedoopt. Het is een familiezaak. Mijn zussen werden in de Roomse kerk gedoopt omdat onze ouders katholiek waren, en zij en hun broers en zussen werden in die kerk gedoopt omdat hun ouders katholiek waren. Dat is de voornaamste wijze waardoor het geloof wordt voortgeplant.

Praktisch gesproken, alhoewel de doop geen deel uitmaakt van de Islam, zijn alle kinderen die in moslimfamilies geboren worden automatisch moslims. Hun officiële “bevestiging” volgt van zodra zij in staat zijn de shahada (“Er is geen God dan Allah, en Mohammed is zijn boodschapper”) te belijden. Dit baby-georiënteerde proces voor de toename van hun rangen was een motiverende factor in de Vatikaan/Saoedi-gesponsorde lobby tegen VN-pogingen om contraceptie en andere methoden van geboortecontrole in te voeren, in het bijzonder in derdewereldlanden.

De Islam is vandaag de snelst groeiende religie in de wereld. Het katholicisme is het grootste religieuze lichaam onder hen die belijden christen te zijn. Indien de aantallen een goede maatstaf zijn voor het kiezen van een religie, dat zijn de Islam en het Katholicisme beslist de weg om te gaan. Maar de Bijbel heeft zo’n maatstaf niet. Eerder andersom, want Jezus zei: “Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door deze ingaan; Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden” (Matt 7:13-14).

De meeste mensen zijn zich bewust van de verering en aanbidding van Maria door de katholieken, maar niet velen weten dat veel van diezelfde verering onder moslims bestaat. Er is een hoofdstuk in de Qur’an (Koran) die genaamd is naar Maria: “Surah Maryam”1. Van de buitenwijken van Kaïro tot Bombay en Bosnië-Herzegovina, zijn er honderdduizenden islamieten die samenkomen waar in processies haar beeld wordt gedragen en waar er verschijningen van haar zouden zijn gebeurd. Zij staat boven de meest verheven vrouwen van het moslimgeloof, inbegrepen de twee favoriete vrouwen van Mohammed Khadija en Aisha, en zijn dochter Fatima2. De hadith3 leert dat Mohammed Maria koos als zijn eerste vrouw na de ingang in het Paradijs (meer hierover in “Mary Who?” in TBC 10-2000). Een van de meest populaire katholieke Maria-verschijningen is de O.L.V. van Fatima4.

Katholieke en Islamitische gebeden hebben veel gelijkenissen met elkaar. De moslim bidt vijf keer per dag, als een daad van gehoorzaamheid, en de gebeden zijn altijd repetitief. Zoals een voormalig moslim zei: “Er is nauwelijks intieme communicatie met Allah … het wordt eerder gedaan om de straf te ontlopen voor degenen die de gebeden verzuimen”. De meeste gebeden van katholieken zijn eveneens repetitief. De rozenkrans is daar het beste voorbeeld van. Het herhalen van 16 “Onze Vaders” en 153 “Wees Gegroeten” is ver van een persoonlijke communicatie. Bovendien, als de katholiek gaat biechten, dan legt de priester het bidden van rozenkransen op bij wijze van straf of penitentie, voor de begane zonden.

Parelsnoeren maakten al deel uit van Islamitische devotie vóór de verschijningen van Maria, en ze zijn overal te vinden in het oude en moderne heidendom5.

Katholieken en moslims houden pelgrimages als middel om de gunst te verkrijgen van God. De hadj, een van de vijf pilaren van de Islam, is een verplichte (eenmalige) tocht naar Mekka. Voor katholieken zijn pelgrimstochten van oudsher handelingen van religieuze zuivering, dikwijls bewogen door een belofte of voor het verdienen van aflaten. Vele miljoenen katholieken reizen jaarlijks naar honderden heiligdommen (haast allemaal gewijd aan Maria) die zich overal in de wereld bevinden. De Kruistochten leverden een volledige kwijtschelding op van het vagevuur als de strijders zouden sterven wanneer zij het Heilig Land trachtten te bevrijden. Zo ook biedt de Islam beloningen en een verzekering van het paradijs voor hen die sterven in religieuze veldslagen (jihad), inbegrepen zelfmoordaanslagen.

Het Rooms-katholicisme erkent Allah als de God van de Bijbel. In 1985 verklaarde paus Johannes Paulus II voor een in verrukking gebracht publiek van duizenden moslimjongeren: “Christenen en moslims, wij hebben vele dingen gemeen als gelovigen en als mensen … Wij geloven in dezelfde God, de ene en enige God, de levende God …”

Maar hoe is dat mogelijk?

De geschiedenis leert dat Allah een heidense afgod was, een oppergod boven de vele afgoden die
aanbeden werden in de stam (de Quraish) van Mohammed, lang voordat hij geboren werd. Will
Durant schrijft in zijn klassieke The Story of Civilization:

“In de Kaäba waren er in pre-islamitische dagen vele afgodsbeelden van goden. Een werd Allah genoemd; drie anderen waren Allah’s dochters: al-Uzza, al-Lat en al-Manat. We mogen de ouderdom van dit Arabische pantheon beoordelen door de vermelding van Al-il-Lat (Al-Lat) door Herodotus [Grieks historicus uit de 5de eeuw v.C.] als zijnde een belangrijke Arabische godheid. De Quraish plaveiden de weg voor het monotheïsme, het aanbidden van Allah als de oppergod…”

maan-01 maan-02 maan-03

Het Islam-teken: de wassende maan. Dit ideogram is zeer oud. Het was een symbool van de maangod Nanna(n/r), later Sin, in de streek van Tigris en Eufraat en later van Turkije tot Egypte. Dit teken was hoogstwaarschijnlijk al in gebruik rond 2500 v.C.
De maansikkel staat op moskeeën en minaretten. De ster staat voor de vijf pilaren van de Islam. (V.M.)


De ontdekte archeologische bewijzen in Arabië zijn overstelpend wanneer ze aantonen dat de dominante pre-islamitische religie de aanbidding was van de maangod Allah. Mohammed elimineerde eenvoudig de meer dan 300 andere godheden, inbegrepen Allah’s dochters, en hield Allah over als de enige god. Hierbij behield hij de vele heidense rituelen en symbolen die met de maangod geassocieerd werden. Zo was bijvoorbeeld de wassende maan (maansikkel) het symbool van de maangod, van in de tijd van de Sumeriërs en de Babyloniërs tot aan Mohammeds optreden. Het kan geen toeval zijn dat de Ramadan, de moslimtijd van de vasten, begint en eindigt met de tijd van de wassende maan. Bijna alle maangodrituelen en andere afgodische praktijken, inbegrepen het kussen van de Zwarte Steen, bidden richting Mekka, lopen rond de tempel en tussen de heuvels van Safa en Marwa, bestonden al vóór de Islam.

De ijver van het katholicisme om een verband te leggen met de Islam wekt wel verwondering. God wordt in de Bijbel ongeveer 9000 maal Jahweh6 genoemd, maar in de Qur’an komt Hij helemaal niet voor. Hij openbaart zich in de Schriften als “de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob/Israël”. Hij is de Vader van de Joden: “de God van Israël”. In de Qur’an openbaart Allah zich nooit op die manier. God noemt de Joden Zijn “uitverkoren volk”. Hij gaf hen het land Israël tot een “eeuwige” erfenis: “En zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid” (Ezech 37:25). Gods verbond is met Izaäk (Gen 17:19-21), terwijl de moslims geloven dat Gods verbond met Ismaël is.

Allah bezit een compleet andere houding tegenover de Joden dan de God van de Bijbel. Allah beveelt
zijn volgelingen: “neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden” (Soera 5:51)7.

Terwijl de Joden in de Koran “de mensen van het Boek” (d.w.z. de Bijbel) genoemd worden, moeten zij indien zij weigeren zich tot de Islam te bekeren een belasting betalen aan hun heren en hen onderdanig zijn: “Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in God noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat God en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn” (Soera 9:29)7.

Volgens de hadith, die de meeste moslims als bijna even gezaghebbend beschouwen als de Qur’an, wordt Mohammed geciteerd: “Het laatste uur zal niet komen alvorens de moslims de Joden bevechten, en de moslims zullen hen doden”. De hadith zegt ook, aangaande de Oordeelsdag, dat moslims de Joden zullen bevechten en hen doden die zich verschuilen achter de bomen: “O moslim, o dienaar van Allah, hier is een Jood die zich verbergt. Kom hier en dood hem”.


En het Katholicisme heeft zijn eigen afschuwelijke en goedgedocumenteerde geschiedenis van het afslachten van Joden.

Verdere vergelijkingen tussen Jahweh en Allah tonen duidelijk aan dat zij niet een en de zelfde zijn. Jahweh heeft een Zoon: “En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader [Zijn] Zoon gezonden heeft [tot] een Zaligmaker der wereld” (1 Joh 4:14). Allah heeft geen zoon: “Zeg: ‘Alle lof komt God toe Die Zich geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft in Zijn Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid’. En verkondig Zijn Grootheid” (Soera 17:111)7. “God heeft zich geen zoon genomen, noch is er enige God naast Hem” (Soera 23:91)7.

Terwijl God de Vader over Jezus verklaart: “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!” (Matt 3:17), vervloekt de Koran dit geloof: “…en de Christenen zeggen: ‘De Messias is de zoon van God’. Dit is, hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden na van degenen die vóór hen ongelovig waren; Gods vloek zij over hen, hoe zijn zij afgekeerd! (Soera 9:30)7.

Niettegenstaande er duidelijke en kritieke verschillen zijn tussen de bijbelse God en Allah, aanvaardt de Katholieke Kerk hen als één en dezelfde God. Het volgende komt uit Vaticanum II: “De Kerk beschouwt met hoogachting de moslims, die de éne, levende en uit zichzelf bestaande, barmhartige en almachtige God aanbidden, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Ook trachten zij zich met heel hun hart aan Zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen, zoals Abraham, op wie het islamitisch geloof zich zo graag beroept, zich aan God onderwierp. Hoewel zij Jezus niet als God erkennen, vereren zij Hem toch als profeet, en zij eren zijn maagdelijke Moeder Maria, die zij soms zelfs met godsvrucht aanroepen. Bovendien verwachten zij de dag van het oordeel, waarop God de mensen zal doen herrijzen en hun zal vergelden naar werken. Daarom staat een hoogstaand zedelijk leven bij hen zeer in achting en vereren zij God, vooral door gebed, aalmoezen en vasten”8. (Nostra Aetate, Vaticanum II).

Beschouw zorgvuldig het hierboven staande citaat (afkomstig van, zoals de Rooms-katholieke kerk beweert, een onfeilbaar concilie) en u zal zich realiseren wat katholieken en Islamieten in werkelijkheid bindt: Zij hebben beiden een Jezus die hun zielen niet kan redden!

De Koran leert dat Jezus niet op het kruis stierf: “En om hun zeggen: ‘Wij hebben de Messias, Jezus, zoon van Maria, de boodschapper van God gedood’, – maar zij doodden hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), – doch het werd hun verward, en zij, die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden hem gewis niet” (Soera 4:157)7.

Vaticanum II mag dan van de moslims zeggen dat zij Jezus “vereren”, maar in feite is dat een pseudo- Jezus. Spijtig genoeg heeft ook het Katholicisme een valse Christus. Het leert dat Jezus’ dood aan het kruis niet voldoende was voor de verlossing. Niet enkel moet Zijn offer (dat volgens de Schrift slechts éénmaal werd geofferd om onze zonden helemaal weg te nemen – Hebreeën 9:28) telkens opnieuw gepresenteerd worden op de altaren, als een dagelijkse offerande voor zonden, maar katholieken moeten ook hier op aarde en in het vagevuur voor hun zonden boeten.

Tenslotte, Vaticanum II maakt duidelijk wàt de Islam en het Katholicisme aanzien als hun hoop voor redding: “… Daarom staat een hoogstaand zedelijk leven bij hen zeer in achting en vereren zij God, vooral door gebed, aalmoezen en vasten”. Dit betekent redding door eigen werken!

In de Islam is een mens aansprakelijk voor elke gedachte, woord en daad. Zijn of haar leven moet geleefd worden overeenkomstig het welbehagen van Allah zoals dat gevonden wordt in de Qur’an en de hadith. Daarnaast is er de shari’a, en dat is het lichaam van regels die de totaliteit wil dekken van het islamitische religieuze, politieke, sociale en huiselijke leven. Het breken van zulke wetten brengt allerlei vormen van tijdelijke bestraffing mee. Bij het Laatste Oordeel zal Allah iemands eeuwige bestemming bepalen door de goede en slechte werken af te wegen op de goddelijke weegschaal: “Dan zullen zij slagen, wier schalen zwaar zijn. Doch zij, wier werken licht zijn – dit zijn degenen die hun ziel benadeelden – zullen in de hel vertoeven” (Soera 23:102-103)7. De hadith beschrijft verder de foltering van de hel.

Een vriend van mij, James McCarthy, produceerde een videofilm met de titel Catholicism: Crisis of Faith waarin hij een dozijn mensen interviewt die de mis verlaten in de St. Patrick’s Cathedral in New York. Hij vraagt hen op wat voor basis zij verwachten naar de hemel te gaan. Slechts één persoon maakte een verwijzing naar Jezus. Het overwegende antwoord was dat zij vonden dat zij vrij goede mensen waren, en dat zij er vrijwel zeker van waren dat hun goede daden de slechte overtroffen.

Alhoewel de Katholieke Kerk stelt dat het enkel door Gods genade is dat iemand in de hemel kan komen, is het erg duidelijk dat men bedoelt dat die genade nodig is om iemand in staat te stellen de werken te doen die hem kwalificeren voor de hemel.

De Catechismus van de Katholieke Kerk zegt: “In alle omstandigheden moet ieder hopen, met Gods genade, te ‘volharden tot het einde’ en de vreugde van de hemel te verwerven als eeuwige beloning van God voor alle goede daden gesteld met de genade van Christus” (par. 1821)9, en verder: “Bewogen door de heilige Geest kunnen wij voor onszelf en voor anderen de genaden verdienen die nodig zijn om tot het eeuwig leven te komen” (par. 2027)9.

Paus Johannes Paulus II sprak een katholieke gemeenschap toe in Turkije met deze woorden: “Ik vraag me af of het nu dringend is, precies vandaag wanneer christenen en moslims een nieuwe tijd van de geschiedenis zijn ingegaan, om de geestelijke banden die ons verenigen te erkennen en te ontwikkelen”. Neen! Wat “dringend” is, is dat katholieken en moslims zich bevrijden van de geestelijke gebondenheid om de hemel te verdienen door hun goede daden. Bid dat hun harten zouden opengaan om de gave van eeuwig leven te ontvangen (Rom 6:23).

The Berean Call.

1 De Koran is ingedeeld in 114 hoofdstukken, Soera’s genoemd. De 19de is de “Surah Maryam”. Zie b.v. http://members.ams.chello.nl/m.elfer/koran000.html . Maria (Maryam) wordt 34 keer in de Koran vermeld.

2 Fatima (606–633), dochter van de profeet Mohammed en Chadidja, huwde Mohammeds neef, de latere kalief Ali. Van twee van haar zoons, Hassan en Hoessein, stammen de nakomelingen van Mohammed af, de zgn. Sjarifs en Sajjids (zie ook Aliden). Fatima wordt vereerd als ‘Moeder van de Gelovigen’ door de Sji’ieten. (Encarta 2002).

3 Hadith (Arab., = mededeling), in de islam een technische term die de gehele literaire overlevering van gezegden en handelingen van de profeet Mohammed aanduidt. (Encarta 2002).

4 Fatima: stadje in het midden van Portugal, prov.Estremadura, met 7300 inw. Bekend bedevaartsoord. Er zijn een grote

basiliek met esplanade en meer dan twintig kloosters en gastverblijven. In Fátima zou Maria in 1917 op de 13de van de maanden mei tot oktober verschenen zijn aan drie kinderen. (Encarta 2002).

5 Zie De Rozenkrans in de Kerk!

6 In de grondtekst staat het Tetragrammaton (Gr. tetra = vier; afbeelding onderaan), dat is Gods oudtestamentische Verbondsnaam. In het Nederlands komt de transcriptie overeen met JHWH. Kenners menen dat het Tetragrammaton in het Nederlands het best gereconstrueerd wordt als JAHWEH. “HERE” of “HEERE” is een onjuiste substituutnaam. Jesaja 42:8 moet eigenlijk luiden: “Ik ben JAHWEH, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof aan de gesneden beelden”. : JHWH (te lezen van rechts naar links).

7 Uit de Koran in het Nederlands: http://members.ams.chello.nl/m.elfers/koran000.html.

8 Nostra Aetate in het Nederlands: http://users.pandora.be/odette.storms/vaticaan.htm.

9 De Katholieke Catechismus in het Nederlands: http://www.stvitus.nl/kkk

Bron: Marc Verhoeven

Blog op WordPress.com.